Ruim 3 jaar geleden begon ik aan de opleiding tot kinesioloog. Tijdens de opleiding waren er meerdere momenten dat je werd geëxamineerd volgens protocol: Een behandeling geven terwijl docenten mee kijken. Ik kwam er achter dat ik naast mijn perfectionisme ook faalangst (testangst of prestatieangst) had. Deze twee gaan hand in hand: Bij faalangst heb je angst om te presteren en bij perfectionisme heb je de drang om te presteren… Sorry, wat?!
Een dráng om te presteren en een ángst om te presteren? Ben je dan niet constant in conflict met jezelf? Ja dus!
De combinatie met hoogbegaafdheid is helemaal een zelfdestructieve:
Hoogbegaafde mensen voelen zich vaak anders dan anderen van kleins af aan. Dit gevoel van anders zijn kan leiden tot een sterke behoefte om te bewijzen dat ze de moeite waard zijn. Dit kan het perfectionisme en de faalangst versterken, omdat ze geloven dat hun waarde als persoon afhankelijk is van hun prestaties. Ze zijn bang dat ze niet geaccepteerd zullen worden als ze niet constant uitblinken.
Goed: terug naar het eerste examenmoment. Ik was wiebelig en nerveus, ik had al gehuild van tevoren. Tijdens de behandeling werd er een goedbedoelde opmerking gemaakt door een docent. Lang verhaal kort. Ik sloeg dicht, ik ging janken, ik was helemaal niet in topvorm. Ik kreeg een B (een cijfer tussen de 6-8). De volgende 5 examens bleef ik steeds op die B hangen. Soms een hoge B, soms een lage B. Frustrerend, want ik kon heus beter, maar ja, die stress zat mij de hele tijd zó vreselijk in de weg.
Ik werkte tijdens de opleiding met klasgenoten en docenten aan mijzelf met.... kinesiologie. Ik koos doelen als: Ik geloof in mijzelf. Ik ben goed genoeg. Ik ben het waard. Ik accepteer mijzelf zoals ik ben. Ik ben slim.
Daarnaast pakte ik een heleboel beperkende overtuigingen aan: Mijn leven is moeilijk, ik ben moeilijk. Ik leef op chaos, orde is burgerlijk. Angst voor de mening van anderen. Iedereen moet mij leuk vinden. Ik moet de beste zijn. Ik mag geen fouten maken.
Dit was een lang en confronterend proces waar ik maanden mee bezig ben geweest. Er waren momenten dat ik het echt niet meer leuk vond dat ‘aan mijzelf werken’. Is het niet een keertje klaar?!
Afgelopen zaterdag was het proefexamen. Net als bij afzwemmen, moeten wij eerst laten zien dat we examenwaardig te zijn, je dient de behandeling dan ook met minimaal een 6 af te sluiten. Maar dát moest te doen zijn, dat had ik immers consistent mijn hele opleiding gedaan met die B.
Ik had met zorg een (onbekende) cliënte uitgezocht die ik dan die dag voor het eerst zou behandelen. Ik zette mijn spullen klaar in de examenpraktijk en voelde me eigenlijk slechts lichtelijk gespannen. Maar ik voelde ook een soort onderstroompaniek paraat staan. Zo van: Oké, ik ben nu rustig, maar wanneer zou dat omslaan? Ik leefde immers voorheen heel goed op chaos, dat hield mij overeind. Ik pakte mijn anti- paniek drukpunten nog maar even vast.
Toen het tijd was riep ik mijn cliënt binnen en begon te hoog in mijn adem een spervuur aan vragen te stellen, dat mocht wel ietsje minder. Ik moest mij dan ook wel een paar keer op mijn ademhaling herpakken. Mijn adem zat dan zo hoog dat ik niet meer kon praten. De behandeling ging buiten dat prima, ik had er oprecht een goed gevoel over. Ik had de technieken correct uitgevoerd, tijd in de gaten gehouden. Ik moest even buiten wachten tot de score werd opgemaakt.
Toen ik weer binnen werd geroepen mocht ik eerst zelf vertellen wat ik er van vond. Op dat moment was ik zo in en in tevreden met mijzelf, dat ik geen behoefte had aan hun score. Ik had een grote overwinning op mijzelf behaald door nagenoeg zonder stress een behandeling te kunnen geven in een examensituatie. Ja, ik was voor mijzelf geslaagd!
De docenten konden dat wel beamen. Ze gaven nog wat tips en opmerkingen ter verbetering. Of ik dan toch het cijfer nog wel wilde horen.....?
Ik had een 9,2....
Dat is de kracht van kinesiologie!
コメント